Dit is een zeer interessante vraag.
Laten we eens de tekst van een mooi lied lezen. Als er een tekst is, voegt de componist muzikale kleuren toe aan de tekst en het ritme - met name harmonie en ritme. Het muzikale ritme volgt niet precies het ritme van de tekst, maar voegt er rijkdom aan toe.
Een muzikaal ritme is niet volledig onvoorspelbaar. De volgende beat, de volgende klank in een muzikale reeks kan niet op een volledig willekeurig moment in de tijd plaatsvinden. Dit wordt in het bijzonder vergemakkelijkt door een discrete set van noot- en pauzeduur, die meestal machten van twee zijn - hele noten, halve noten, viervouden, achtste noten, zestiende noten, etc., of meer gevarieerde duur, zoals triolen, kwintolen, septolen, etc. Dit leidt tot een zekere ordelijkheid van de momenten van nieuwe klankvorming, waardoor de muziek eerder ordelijk dan chaotisch wordt in de tijdsdimensie.
De luisteraar verwacht tot op zekere hoogte geluid op bepaalde momenten. En dan is er een bepaalde wisselwerking tussen verwachting en muziek. Verwachtingen lopen vooruit op de muziek, maar ze zijn niet altijd juist.
Als het ritme van de tekst erg opvallend en herkenbaar is, dan moet het muzikale ritme meestal onvoorspelbaarheid, afwisseling en verrassing toevoegen. En omgekeerd, als de woorden en de tekst een minder uitgesproken ritme hebben, dan moet het muzikale ritme ritmiek toevoegen, versterken en voorspelbaarder maken.
Als deze regel niet wordt gevolgd, wordt het karakter van het stuk ritmisch bijzonderder en opvallender juist door het ritme, en trekt het ritme of de zwakte ervan meer aandacht. Dit kan nodig zijn of afleiden, het kan in lijn zijn met de bedoeling, maar het kan er ook tegen indruisen.
Dit is geen absolute regel, maar eerder een traditie en een algemene conventie in hedendaagse muziek in brede zin, inclusief klassieke werken. Het suggereert ook dat in werken waar het gemakkelijker is om een taalkundig waarneembaar ritme te creëren, de muziek vaak niet hetzelfde duidelijke ritme zal hebben, maar eerder een meer variabel ritme, en vice versa.
Dit hangt ook in grote mate af van het genre, bijvoorbeeld dansmuziek heeft een sterker ritme, maar binnen dezelfde compositie kan het meer opvallen tussen de delen.
Er zijn ook fluctuaties in elk stuk, d.w.z. afwijkingen van de gemiddelde
waarde over een bepaalde periode.
Daarom lijkt het ritme in handjes verspreid door het stuk, clusters en rarefactions
vormend.
Dit is tijdens de ontwikkeling van de melodie.
In andere delen van het stuk kan dit schema veranderen.
Maar als een stuk bijzonder is, wordt deze aanpak vaak niet gevolgd…
Het ritme kan ook gedeeltelijk lijken op een fractale structuur met verschillende lagen.
Zo ziet een ritme eruit als je niet begrijpt waarom het zo is… En als je begrijpt waarom, dan ziet het er niet zo uit… het is gewoon zo.
Daarom vragen we de Heilige Geest, die de creatie vult met ritmes, om alles een goed ritme te geven.